


De stenen everkop op de sokkel (de helft van een dubbele zwijnekop), ook van onbekende maker, stamt uit 1910. Het beeld flankeerde toentertijd de ingang van het Varkenshuis dat in de tweede wereldoorlog verwoest werd.
De ever in brons is van professor Fritz Behn (1878-1970). In Duitsland vooral bekend om zijn breed aangezette dierplastieken, maakte hij ook portretten o.a. van dichter Rainer Maria Rilke, Paus Pius XII, Maria Callas, de danser Nijinksi, en Albert Schweitzer. Al snel na zijn opleiding aan de academie van München werd hij de beschermeling van de toenmalige prinsregent Luitpold van Beieren. Behn ondernam verschillende lange studiereizen naar Afrika en Zuid-Amerika om anatomisch studiemateriaal (tekeningen en gipsafgietsels) van grootwild te verzamelen. In 1911 verbleef hij in Parijs en raakte bevriend met de beeldhouwer Rodin. Behn’s werk is tegenwoordig nog te zien in Lübeck (o.a. twee kolossale leeuwen bij de Burgtorbrücke), in München (standbeeld van Bismarck), in Bremen (het Antikoloniaal Gedenkteken), en in Berlijn, waar meerdere beelden in de publieke ruimte staan.