Pieter Aertsen, genaamd ‘Lange Peter’ (Nederland 1508 - 1575), Slagerstal met de Vlucht naar Egypte, olieverf op paneel 124 x 169 cm. (1551). Museum Gustavianum, Uppsala, Zweden
Soms schijnt kunst heel dicht bij het leven van alledag te staan. Zo zou je zeggen dat Aertsen’s indrukwekkende uitstalling van vlees, gevogelte en vis een toonbeeld is van overvloed, en ben je geneigd te denken dat het leven goed was in 1551. Is het een stilleven of een scène uit het dagelijks leven? Op het schilderij zijn koe en varken —vakkundig ontleed— en kippen, een in doek gewikkelde kaas, op een stok geregen gerookte bokkingen, droge worsten en metworst, varkenspoten, krakelingen, een flinke dot boter, en een schaal gestold vet waaruit een hap is genomen.… De tuin ligt bezaaid met mosselschalen en serviesgoed en we zien een slachthuis op de achtergrond; rijkdom alom, maar let op de gaten in het dak van de poort. Via een doorkijkje in het middendeel zien we Jozef die de ezel leidt en Maria met met Jezus in de armen die aalmoezen uitdeelt aan bedelaars —een grot contrast met wat er in de voorgrond is te zien.
Is het een ‘nature morte’, de 16e eeuwse benaming van taferelen van levensloze voorwerpen, een stilleven? Stillevens hoorden net als landschap en dieren tot de laagste rang der ‘Schilderkonst’, het historiestuk tot het hoogst streefbare voor een schilder. Waarom? Omdat volgens de toen heersende intellectuele opvatting de mens het hoogtepunt was van Gods schepping.
Vroege stillevens toonden vaak markt- en keukenscènes, een aanwijzing dat de maatschappij economisch aan het veranderen was. De traditionele feodale ruileconomie was zich aan het ontwikkelen tot een handelseconomie waarin het kopen en verhandelen van producten de basis vormde. Antwerpen was in de 16e eeuw het handels- en bankierscentrum van het Europese vasteland. Aertsen woonde een tijdlang in Antwerpen, en was de eerste die het ‘recept’ voor Bijbelse scènes geheel omgooide. Waar zijn voorgangers het stilleven een klein hoekje op het doek gaven, domineert het hier de voorgrond. Hij maakte stillevens lang voordat die term in het Laaglandse kunstcircuit in zwang raakte, en werd voorloper van een lange en grote Nederlandse traditie, en is wat dat betreft van even groot belang voor de 16e eeuwse schilderkunst als Breughel.
dinsdag 29 juni 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten